OVER VLAAMSCHE STENEN EN BERGEN

Deel dit artikel!

Zondag 31 maart 2019, niet zo maar een datum, neen, een heel belangrijke datum. Op deze gezegende dag des Heren, die in de tijd dat de honden nog met hun gat basten, was uitgevonden om te rusten, zou dé WTC neerstrijken in Kluisbergen. Een multinationaal ramen- en deurenfabrikant was het namelijk niet ontgaan, dat vertoeven in de onmiddellijke omgeving van de Meldertse topclub, een boost betekent in de eigen naamsbekendheid en in de omzet.

Deze brave man had in Kluisbergen, in de Ronde Van Vlaanderenstraat, een tent afgehuurd op het parcours van De Ronde, alwaar hij bijgevolg kon pronken met onze prominente aanwezigheid. Van heinde en verre, en ook van in de onmiddellijke omgeving, zakten nieuwsgierigen af naar deze feesttent. Er maakte zowaar ook een vrouwenteam, luisterend naar de naam Feels, wat blijkbaar staat voor Females on Wheels, zijn opwachting, om even in ons zog mee te mogen fietsen.

Toen de WTC-members hun clubkaravaan hadden geparkeerd en de schoenen werden aangegespt vielen de eerste regendruppels uit de lucht. De twee hogedrukgebieden van Sabine Hagedoren en de weggephotoshopte snor van Deboosere, hadden ons nochtans verzekerd dat het ging droog blijven. Omdat de voormalige VRT ook al niet te hoog meer oploopt met de weerpraatjes van deze voormalige weercoryfeeën hebben ze er een derde weerwaarzegger aan toegevoegd. Hij is vooralsnog zo onbekend dat ik zelfs zijn naam niet kan onthouden.

In de feesttent werden wij eerst vergast op een hete tas dampende koffie. En hoe meer acht uur dertig, het startuur, naderde, hoe meer de regen neerplensde en hoe meer de moed ondertussen ter hoogte van onze kleine tenen was gezonken. David, Kris Lelie en Il Presidente, mede-organisatoren van deze rit, hadden ook een route uitgestippeld, waarin het kruim van de Vlaamsche heuvels en kasseistroken zat verwerkt. Maar regen en kasseien zijn onlosmakelijk verbonden met gladde stenen, wegschuivende fietsbanden en vallende Flandriens. Met dichtgeknepen billen, wachtten wij het startschot af dat door de lokale John Wayne met een tweeloop over de taalgrens werd afgevuurd. ’t Zijn daar rare jongens, die mannen uit de Vlaanders. Met onze resterende “courage bijeengeschart” doken wij richting de eerste helling van de dag, de Patersberg. Met een hartslag die bij onze tempels van lichamen amper de zestig slagen per minuut overschreed, vatten wij de eerste klim aan. Al gauw bonkte ons hart in ons keel en at ik mijn verjaardagsdiner van de avond ervoor drie keer opnieuw, alvorens de top te bereiken.

Carine haar achterwiel slipte zodanig door dat zij de eerste was die voet aan de kassei moest zetten. Maar haar koene ridder op zijn witte ros, trok haar zowel letterlijk als figuurlijk over de top. Dat hij echter bij het vroege opstaan nog niet wakker moet zijn geweest, bleek uit de sokken die hij had aangetrokken. Getooid met witte en roze lelies om de enkels, brandde de vraag op ieders lippen of ze deze kousen ook ergens voor mannen verkochten. Dat er dan ook één WTC-lid effectief deze vraag aan Jimmy durfde te stellen, bewijst dat hij en zijn eega reeds geïntegreerd zijn in onze hechte groep. Dat de Joris na zoveel jaren nog altijd hardnekkig aan het proberen is om een klein beetje affectie en vriendschap te mogen ontvangen…laat duidelijk zijn dat dit niet aan de andere leden ligt.

Met schrik om het hart doken we naar de volgende heuvel, het monster van Melden, de Koppenberg. Ieder van ons besefte dat bij nat weer de stenen van deze Vlaamse Reus amper te beklimmen zijn. Maar wonder boven wonder, in dit dorpje met de bijna perfecte naam, was de rijbaan nog kurkdroog. Dat gaf de boer weer wat moed en terstond werden de grootste kroontjes achteraan de cassettes aangesproken. Uiteraard werd ons peloton uiteengeranseld, maar solidair als we zijn, werd er boven op de top op iedereen gewacht. Het was ons ondertussen opgevallen dat er iemand in roodwitte uitrusting steeds in ons wiel bleef hangen. Wij tolereerden uiteraard zijn aanwezigheid, maar met onze vedettenstatus was het uiteraard niet aan ons om iets aan hem te vragen. Uiteindelijk, later op de voormiddag, bleek deze slanke flyer ook bij ons in de feesttent te komen zitten. Bleek het een nieuw lid te zijn van de WTC, maar onze President was dit echter vergeten te vermelden. Bij deze heten wij Erwin uiteraard ook van harte welkom, tenzij hij zich nog bedenkt.

Eens de Koppenberg voorbij, gaven de meeste van ons hun regenjakje aan onze gedwee volgende sportdirecteurs. Het klaarde zowaar uit. Echter vijf kilometer verder en vooral op de beklimming van de Taaienberg, viel het water weer lekker uit de donkere wolken. Regenjasjes bijgevolg weer aan. Gelukkig werden wij op kundige wijze gevolgd door David en zijn harem. We moeten hem echter wel eens duidelijk maken, dat het niet is omdat uwe vélo op een remorque staat die door een camionette wordt getrokken waarvan ge zelf bestuurder zijt, dat ge daarom effectief de heuvels zijt opgefietst. Voor de rest niets dan lof voor onze behulpzame compaan die samen met Wendy wel een paar albums vol foto’s hebben “getrokken”.

Hierna volgde de ene helling de andere in een sneltempo op en de één was al zwaarder en steiler dan de andere. De Wolvenberg, Boigneberg, de Ladeuze, de Molenberg, schoven één voor één onder onze wielen. Ook alle legendarische “plugstreets” werden vakkundig in het parcours gestopt. Had ik zo niet zitten botsen op mijn zadel, ik had wellicht de straatnaambordjes kunnen lezen. Maar dat Kerkgate erin zat voel ik nog altijd aan mijnen derrière. Wat is dat een lang rotstuk zeg.

Voor diegenen die het klimmen en botsen wat moe waren, zat er net na Oudenaarde een stuk van acht kilometer langs het water in. Dit was het signaal voor André om lek te rijden ter hoogte van een fabriek van zwembadmagnaat Willy Naessens. Hierna ging de gashendel open met de wind in de rug tot om en bij de 40 km/h. Het moge duidelijk zijn dat iedereen in de meest gunstige positie de Oude Kwaremont wilde aanvatten. Met ondertussen al wat meer lood in de schoenen dan bij de start, werd de laatste puist bestegen. De organisatoren van de Johan Museeuw Classic, hadden doelbewust een deel van onze route gekopiëerd in hun parcours, zodat hun deelnemers even in ons zog en onze schaduw de Kwaremont konden beklimmen. Ge moest die blikken vol ontzag, respect en waardering bij deze gewone stervelingen gezien hebben!

Boven op de top, sloegen wij de Ronde Van Vlaanderenstraat in, en bereikten wij de feesttent, waar cava, soep met ballekes en belegde broodjes ons weer deden aansterken. Zowaar een puike organisatie, deze Mini Ronde Van Vlaanderen, ze zullen daar nog lang spreken over onze passage!

Rest er mij trouwens nog te zeggen dat er ook aan het thuisfront werd gereden. Drie moedige strijders, trotseerden de weergoden. Dirk, Freddy en Kristof zetten koers in onze richting maar raakten echter niet verder dan Oosterzele en keerden lusgewijs terug naar het lokaal. Deze rit in onze contreien, die zeker niet te onderschatten is met bijna 400 hoogtemeters, en hier en daar al eens een tweetegelbaantje, werd op vakkundige wijze afgewerkt en afgesloten middels de onontbeerlijke schijfjes piksossis. Rufin beloofde tegen volgende week met de overschot bij de coiffeur te gaan, mocht er tegen dan haar op staan.

El Churto

 

Bron: https://www.wtcdefaluintjes.be/ritverslagen/2019/4/1/over-vlaamsche-stenen-en-bergen